Zaterdag was de bioboerderij terug open na hun kerstverlof.
Ik vroeg aan mijn man of hij zou gaan.
Hij had natuurlijk in ’t snotje dat ik me die ochtend redelijk goed voelde en zei: alleen als jij ook meegaat.
Ik moest er eigenlijk niet lang over nadenken, het werd tijd dat ik weer een stapje in de wereld zette. Qua evenwicht had ik geen last, qua geluidgevoeligheid was het terug gedaald naar een gevoel van x3. En behalve een babbeltje met “ons boerinnetje” is het daar stil. Dus.
En het ging goed. Alleen op weg naar daar licht misselijk. Maar dat kende ik al van tijdens een wandeling.
Had ik nog niet verteld.
In die paar dagen voor Nieuwjaar dat ik me vrij goed voelde heb ik mezelf uitgedaagd. Het had al de hele tijd geregend en op een bepaald moment boorde de zon zich door de wolken. Op haar verleidelijkst riep ze naar me: “Joehoeoeoeoe….! Kom je buiten spelen?” Jamaar, dat gaat zomaar niet! Ik had nog maar net die aanval gehad, zie dat ik er weer één kreeg? Maar tegelijk was ik het kotsbeu mezelf op te sluiten. En de werken aan die zijstraat waren net gedaan, dus kon ik eigenlijk wel in het zijstraatje van die zijstraat gaan wandelen, waar maar zeer weinig auto’s rijden, en waar ik anders graag eens een kort, rustig, betrekkelijk stil wandelingetje maak.
Ik had geen zin om iemand op te trommelen om nù direct, terwijl de zon er nog is, te komen wandelen met me, dus trok ik mijn stoute schoenen aan en vertrok in mijn eentje.
Net voor ik aan dat zijstraatje was werd ik misselijk. “Zie je wel! Het is nog niet veilig!” zei iets in mij. “Ga maar vlug terug naar huis!”
“Niet veilig, niet veilig,” zei iets anders in mij, “dat is gewoon angst die naar boven komt. Ga maar door! Wat is het ergste dat kan gebeuren? Dat je toch een aanval krijgt? De graskant is hier breed genoeg om te gaan zitten, bomen genoeg om tegen te leunen, en er passeert hier altijd wel een wandelaar of een fietser die je gaan willen helpen!”
(Achteraf bedacht ik dat het precies Bange Smurf en Stoere Smurf waren die in discussie gingen…)
Zodra ik de straat overstak ging die misselijkheid weg, alsof mijn lichaam de boodschap kreeg: ’t is oké, hoor!
Op weg naar huis, toen ik bijna thuis was, werd ik weer licht misselijk. Van opluchting, veronderstel ik.
Eenmaal thuis ging dat ook weer over.
Ik ben niet lang weggeweest, maar wat was ik trots op mezelf!
Heb ik helaas niet meer herhaald, door hoe ik me de week daarna voelde. Had ik al over verteld.
Maar toen kwam dus eergisteren, mee om groentjes omdat ik me goed genoeg voelde, en toen kwam gisteren, het nieuwjaarsfeest van mijn vader.
Hij wist dat ik niet zou komen als ik me niet oké voelde.
’s Morgens was ik af en toe heel licht draaierig, en dan is het altijd afwachten of het erger wordt of overgaat. ’s Middags viel het best mee, enkel oren, dus we zouden gaan. Tenslotte heb ik mezelf beloofd dat ik er meer van zou gaan profiteren op de dagen dat ik me oké voel. Gedaan met thuis zitten voor het geval dat.
We gingen wel zien of ik na het aperitief al naar huis moest. Voor we vertrokken stuurde ik een berichtje in de groeps-chat zodat ze wisten dat ik er zou zijn maar ook dat ik er eigenlijk maar “gedeeltelijk” zou zijn.
Het is een gezellige, steeds uitbreidende bende, dus het gaat er luid aan toe.
Zo kon ik het aan:
Oordoppen! Tijdens het aperitief heb ik mijn Loop Earplugs Experience ingestoken. Zit een soort filtertje in waardoor ander lawaai wat verzacht wordt en je stemmen iets beter hoort. En dat werkt prima als er maar een paar mensen praten, dichtbij, maar als je al eens op een gezellig familiefeest geweest bent, weet je ook wel hoe het er aan toe gaat.
Dus ik moest geregeld wablief zeggen en vaak verstond ik er gewoon helemaal niets van en trok ik me even terug in mijn eigen wereldje. Werd ik helemaal niet op aangekeken, hadden ze alle begrip voor. En ik genoot ervan gewoon aanwezig te zijn en de sfeer te proeven.
Na het aperitief ging ik met de rokers mee naar buiten.
Nee, ik ben niet begonnen met roken, gewoon even in de stilte vertoeven, de koude wind kon me niet deren, mijn lichaam kon even de opgebouwde spanning loslaten.
Naar binnen, oordoppen terug in, hoofdgerecht. (’t was trouwens allemaal lekker!)
Het zijn lieve, begripvolle grootouders, ze zorgen er op zo’n gelegenheden altijd voor dat er boven een kamertje verwarmd is, voorzien van een gezellig zeteltje, waar een kleinkind dat daar nood aan heeft zich even kan terugtrekken.
Toen mijn plusmama zag dat ik na het hoofdgerecht even de eettafel verliet omdat ik me in de zitruimte terug wou trekken, waar het toch íets stiller was, deed ze teken, zo van: ga maar naar boven!
Dus heb ik een klein halfuurtje dat stille kamertje ingepalmd. Koptelefoon op, rustgevende vogelgeluiden, boek uit de handtas, even heerlijk ontladen en opladen. Ik voelde mijn zenuwstelsel gewoon tot rust komen.
Daarna met de liefhebbers een wandelingetje in de buurt, terug thuis oordoppen weer in, om te eindigen met een dessertbuffet. Ik viel bijna in slaap waar ik zat. We gingen dan ook naar huis. Pyjama aan, en nagenietend nog even bankhangen.
Het was een inspannende maar heel leuke namiddag geweest. Ik was blij dat ik er, op mijn manier dan wel, bij was, en zij ook.
Of wat er kan gebeuren als je op duwtjes en steun en begrip mag rekenen.