Als je je tóch goed voelt

Sandra Rogiers Positivo Ofnie Leave a Comment

Even waarschuwen: ’t is weer een beetje een krinkeldewinkel blog, hoor.

Dus net voor het Kerstweekend had ik die aanval. Twee ambetante dagen volgden, moe, slecht evenwicht, oren, je kent het al.

De maandag daarna luisterde ik enkele YT-filmpjes van Eckhart Tolle tijdens wat huishoudelijke taken.

“Maak er niet je identiteit van.” en “Het zijn maar gedachten, daar hoef je niet naar te luisteren.” en zijn alom gekende “Hier en nu is wat telt, niet straks of daarnet.” kwamen extra binnen deze keer.

Ik besloot (nog eens opnieuw, want ik ben er me van bewust dat ik dit al eerder dacht en schreef) los te laten waar ik naar uitkeek en gewoon in het moment te leven en te genieten van wat wel kon en van de kleine dingen.

Wat resulteerde in meerdere dagen van me goed voelen bij hoe de situatie nu was.

Ik merkte al gauw dat ik me zo niet alleen innerlijk goed voelde, ik had de rest van de week ook geen last van evenwichtsproblemen en daarna voelde mijn oor een paar dagen ook vrij goed: geluid kwam maar x3 binnen, de druk erop voelde minder.

Op Nieuwjaar had ik zoiets van: Yes! Volgende zondag ga ik mee kunnen naar het nieuwjaarsfeest van mijn vader! En over een maand weer autorijden, en mijn praktijk opnieuw opstarten! En eindelijk nog eens uit eten met mijn man! En op mijn opvolgafspraak bij de oorarts kunnen zeggen: het ging niet goed, maar tàdaa, nu weer wel! Die aanval voor Kerst was vast een laatste grote kuising!

Tegelijk kwamen ook weer de schuld- en schaamtegevoelens naar boven.

En verwachtingen. Die van anderen, die die ik me inbeeld die anderen hebben en (of misschien vooral) die van mezelf.

Wat ik nu deed, waar ik me nu mee bezig hield en me goed bij voelde, dat voelde opeens als niet genoeg aan. Mijn man elke dag gaan werken, en ik mij hier gewoon een beetje bezig houden met het huishouden en schrijven en ontspannen en rusten en opladen… Het kon inderdaad maar beter echt zo zijn, dat het over een maand weer allemaal prima gaat!

De maandag erna was ik eerder in een blèh-stemming, de dagen erna had ik weer evenwichtsstoornissen en zat mijn oor weer dicht en was ik weer enorm gevoelig aan geluiden. Toeval of niet, doet er niet toe. (Al denk ik natuurlijk weer dat het dat niet was.)

Manlief herhaalde nog maar eens dat ik mezelf niet zoveel druk mag opleggen, wat ik nu kan doen is al genoeg.

Geduld is zo’n moeilijk iets…

*

Toen schreef ik hier over mijn plannen, waar ik met mijne denker toch nog over twijfelde (erger dan kleine kinderen, al die discussies die ik hier vaak moet aanhoren tussen de denker en de voeler!), maar er was weer vanalles die me toch die richting op duwde: kaart, toevallig stukje in een podcast, toevallig een alinea in een boek,… Dus ja, al heeft mijn denker er serieuze twijfels bij, ik ga gewoon mijn hart en mijn gevoel volgen en het op mijn manier doen, ik heb definitief beslist. Nog even wat voorbereidend werk en ik vertel er hier dan later nog wel over.

Voelt goed en juist!

En een vriendin belde me gisteren op en raadde me aan acupunctuur te laten doen bij iemand die ze zelf kent en veel vertrouwen in heeft.

Eerlijk gezegd hebben er de voorbije jaren wel meer mensen gezegd dat acupunctuur goeie resultaten kan hebben voor mijn situatie.

Maar zeg, nààlden?! Nééneeneeneeneenee… Ik heb nog net geen fobie voor naalden!

Ach ja, dacht ik, het blijft maar op mijn weg komen, misschien moet ik het toch maar een kans geven en me over die angst heen zetten. Misschien is nu de tijd rijp. Misschien ben ik er nu klaar voor. En ik heb een afspraak gemaakt.

Ook daar vertel ik dan later wel over.

(Of ik bleef liggen of dat ik gillend weggelopen ben bijvoorbeeld.)

En vanochtend las ik een stukje in Emotionele Gezondheid van Mohammed Boulahrir waarin de vraag gesteld werd: Welk cijfer zou je de kwaliteit van je leven geven?

En “negen” schoot direct in mijn gedachten.

Ik verschoot er zelf van.

Met al die dingen die ik mis en die nog niet in orde zijn?

Op een dieper niveau besef ik blijkbaar dat ik echt wel dankbaar ben/mag zijn.

Om de praktische dingen uiteraard. Warm huis, eten op tafel, Ik kan vanalles wél, je weet wel.

Maar vooral: al die liefhebbende mensen om me heen. In de eerste plaats natuurlijk mijn gezin, maar zeker ook vrienden en familie, en ja, ook jullie, lezers. Soms voel ik me alleen in mijn “niet oké zijn”, maar ik ben nooit alleen. Er is altijd verbinding. Zelfs nog los van de spiri-betekenis ervan. Mensen laten me in woorden en daden weten dat ze er zijn.

Als ik het zo bekijk verschiet ik helemaal niet van die negen!

Dank je wel aan allen!

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *