Of ik veel pieker, over dingen nadenk, werd me gevraagd toen ik tijdens een gesprek vertelde dat ik al een hele tijd weer bijna elke dag een middagdutje nodig heb en dat bepaalde dingen hópen energie vreten bij mij en dat ik daardoor soms klachten lijk te krijgen…
Mja…
De dochter moet al haar wijsheidstanden getrokken worden. Mijn buikgevoel zegt: niet doen. En is dat wel absoluut nodig, vraagt mijne denker. Preventieve ingrepen zijn ook niet altijd zonder risico. Maar het is niet mijn beslissing alleen, hé. En misschien blijkt het later toch nodig. Dan is het mijn schuld dat het niet eerder gebeurd is. En de dokter heeft het gezegd, dùs!
Dus ja, daar denk ik wel eens aan.
En over ambulances.
Ik hoor en lees al vele, vele maanden dingen, jij misschien ook, en dan denk ik (of hoop ik): misschien is het toch allemaal niet zo erg.
Maar ik hoor wel de ambulances. Vroeger hoorden we wel eens een sirene passeren, dicht bij een autostrade wonend, maar nu hoor ik er meerdere per week, soms zelfs per dag.
Hoe komt dat?
Er wordt naar vanalles gewezen, maar niet naar de olifant in de kamer.
En de artsen die dat wel doen moeten er de gevolgen van dragen.
Dus ja, daar denk ik wel eens aan.
En over MRI’s en het nocebo-effect en zo.
Zouden artsen eigenlijk weten wat dat is, het nocebo-effect? Zouden ze beseffen dat wat en hoe ze het zeggen wel degelijk een bepaald effect heeft? (Ik zou moeten zeggen kàn hebben, maar ik ben er redelijk van overtuigd dat het dat vrijwel altijd heeft.)
Sinds die arts-assistent zo stellig zei dat ik zou moeten verzwaren van medicatie omdat hij een letsteltje gezien had op mijn laatste MRI ben ik geregeld in discussie met mezelf. Al maanden zit er toch ergens een angst in mij voor de volgende MRI. Of MRI’s moet ik zeggen, want hij plande er meteen ook één voor de rug.
Als er nog iets bijgekomen is, dan móest ik volgens hem wel zwaarder gaan nemen. Ook al heb ik nergens uitval van functies.
Ik heb eigenlijk veel zin om die scans af te zeggen. De pot op ermee. Dat zorgt er alleen maar voor dat je met je ziekte bezig bent en blijft. Mijn gedacht is: zolang ik me goed voel is er niets aan de hand. Maar ja, de dokter heeft het gezegd, dùs!
Zouden ze dat leren tijdens hun opleiding, hoe ze autoriteit moeten uitstralen?
Dat ze niet moeten vragen naar je leefstijl, maar alleen maar behandelingen moeten blijven uitschrijven?
Ik heb er allemaal geen zin meer in, ik wil gewoon mijn leven leven, zonder aan ziek zijn te denken, maar ik ben gebonden aan mijn afspraken in het ziekenhuis, want ik heb mijn (lichte!) medicatie nodig…
Dus ja, daar denk ik wel eens aan.
(En dat ik “genees”kunde wil, geen “ziekte”kunde!)
En dat het leven heel snel veel duurder wordt. En dat dat veel mensen veel stress geeft. En dat stress en angst ziek maken.
En of de overheid dat wel beseft. Ze hebben wel (megaveel) geld voor dingen die achteraf gezien niet veel deden, maar niet voor dingen die er wel toe doen en heel hard nodig zijn.
En of de overheid überhaupt het beste voor heeft met haar volk, of eerder met zichzelf.
En of dat nog lang zo zal blijven.
En als deze manier van regeren ooit stopt, wat dan in de plaats gaat komen.
Dus ja, daar denk ik wel eens over na.
En of straks alles terug opnieuw gaat beginnen.
En waar we naartoe evolueren.
En over het hoe en waarom van (gezonde en ongezonde) voeding.
En of er ooit íets van mijn droomwereld zal komen. Of dat ik echt wel heel erg naïef ben.
Ik heb dat niet allemaal verteld tijdens dat gesprek, het komt nu allemaal tegelijk naar boven, en dan heb ik de helft van wat in mijn hoofd ronddwaalt nog niet eens opgeschreven, maar ik begon toen wel te huilen. Ik kon niet ophouden.
Ik wil zó graag dat zó veel dingen veranderen…
Ik kreeg te horen dat dat nadenken over dingen zich fysiek vastzet bij mij en dat dat me heel veel energie kost.
En dat elk zijn pad te gaan heeft.
En, zoals ik wel al vaker gelezen heb, als ik met dingen zit, dat ik er dan actief iets mee of aan moet doen, óf moet loslaten en vertrouwen hebben in het universum dat het wel goed komt.
Dat loslaten is toch een thema dat heel vaak terug komt bij mij, en waar ik overduidelijk niet zo goed in ben.
Dan zou ik er dus iets aan moeten doen.
Maar wat? Er (wééral) over schrijven zet niet veel zoden aan de dijk, hé.
En in mijn eentje voel ik me maar klein.
Een druppel op een hete plaat.
Of een druppel in een oceaan? Één druppel kleeft in een oceaan vast aan vele andere druppels, en die weer aan nog vele andere, dat moet toch ook een effect hebben dan?