Slechthorenden leren zichzelf liplezen.
Bij mij is het niet zo dat ik hele gesprekken kan volgen met liplezen zonder geluid, maar het helpt me wel enorm als ik de beweging van de mond kan volgen. Alsof klanken door te liplezen plots toch woorden vormen in mijn oren.
(Ik hoop dan ook heel erg dat die mondvodden niet meer terugkomen. Indien wel denk ik er deze keer met alcoholstift “Slechthorenden moeten kunnen liplezen!” op te schrijven. (Nog los van wat ik er verder over denk.))
Ik vraag vaak luid en duidelijk te spreken en me aan te kijken.
Al heb ik ondervonden dat het vaak ook afhankelijk is van iemands stem. Stemkleur, toonhoogte, intonatie,… Ik heb al mensen achterin de auto gehad waarbij ik geen enkele keer wablief moest zeggen omdat het direct binnen kwam. Heeft natuurlijk met die tinnitus te maken: als je toonhoogte op mijn piepjes en tuutjes lijkt verdrinkt je geluid in de andere geluiden.
Ondertiteling op TV is echt een geschenk voor mij. Soms versta ik er niets van (of ze houden hun micro of handen voor hun mond) en dan kan je vaak teletekst opzetten, en als ik kan meelezen wat ze zeggen dan begrijp en hoor ik de woorden plots toch. Ik blijf het vreemd vinden. En grappig: mijn oren horen niet voldoende zonder mijn ogen.
(En ook grappig: zodanig gewoon aan teletekst dat ik in het echt soms ook een fractie van een seconde de neiging heb om “’t bakske” te pakken om teletekst op te zetten als ik iemand niet versta… )
En mijn ogen doen zelf ook raar (wàtte, de leeftijd?): vroeger hield ik mijn bril de hele dag op, of het nu voor ver of dichtbij was. Maar sinds enkele maanden kan ik niet meer lezen met mijn bril op. Zonder bril zie ik plots perfect dichtbij. Als ik bijvoorbeeld een sms’je ontvang, dan hef ik mijn bril een centimeter of twee op om onder mijn bril langs dat berichtje te kunnen lezen. Vinden ze hier wel lollig.
Om iets langer te lezen zet ik mijn bril natuurlijk af. Veel vrijer. Als er dan iemand van het gezin binnenkomt en tegen me begint te praten, versta ik hen natuurlijk niet, want ik zie hen niet zonder bril. “Wacht even, dan zet ik mijn bril op zodat ik kan horen wat je zegt.” Wat ze in het begin grappig vonden (en nog soms), maar intussen: makes sense to them, ze weten dat ik zonder bril vaak wel klanken hoor maar geen woorden.
Had je me enkele jaren geleden gezegd dat ik ooit effectief beter zou kunnen horen door ondersteunend mijn ogen te gebruiken, ik had eens smakelijk gelachen, denk ik.