Ik hunkerde al een hele tijd naar een wandeling, maar dat ging nu eenmaal even niet.
Ik vind niet dat het vermijdingsgedrag was waardoor ik niet buiten kwam, of toch niet verder dan de tuin. Ik wou echt niet ergens onderweg zo’n aanval krijgen waardoor ik uren niet voor- of achteruit raakte. Zelfs de “gewone” draaierigheid die er nu al meer dan twee weken is wil ik niet plots ergens buiten moeten ondergaan.
(Wel blij dat het gedaan is met die aanvallen!)
Of da’s toch voor zo’n zevenennegentig procent de reden dat ik de veilige geborgenheid van thuis niet wou verlaten.
Een klein deeltje van mij wil gewoon ook niet zo gezien worden door anderen.
En toen ik dat besefte kreeg ik weer een flashback naar mijn kindertijd. Naar mijn Plechtige Communie meerbepaald. Mijn mama zat toen nog niet lang in een rolstoel en kwam niet mee naar de kerk. Ik kan me niet herinneren dat ik daar toen iets van gezegd of gedacht heb, maar ik weet wel dat het later nog enkele keren in mijn gedachten is opgekomen.
Waarschijnlijk wou ze geen gedoe met een plaatsje voor haar of wou ze niet de aandacht trekken of bekijks hebben.
Nu pas besef ik echt ten diepste hoe het gevoeld moet hebben. Mensen die je plots met andere ogen bekijken, of niet durven kijken of te lang kijken. Ineens anders behandeld worden. Medelijden krijgen. Niet op die manier gezien willen worden. Of gewoon dit niet willen. En wat gaan ze nu van me denken.
Ik voelde plots die pijn en nam even de tijd om die te voelen en terug te laten gaan.
Daarna dacht ik aan het boekje De Vijf Inzichten (Ruiz) waar ik het hier eerder over had. De versie van jezelf die jij denkt dat je bent, bestaat alleen maar in je eigen hoofd. Iedereen ziet je sowieso anders dan hoe je jezelf ziet, dus wat maakt het uit.
En ook: dé twee zinnetjes die ik in mezelf hoorde als ik dacht aan buitenkomen, naast wat ik helemaal in het begin vertelde natuurlijk: ik wil niet dat ze me zielig vinden (meevoelen, ça va, maar ik haat medelijden, trek me omhoog, niet omlaag!) en straks denken ze nog dat ik dronken ben, deden er plots niet meer toe. Eigenlijk moet ik me niet aantrekken wat mensen die ik niet ken mogelijks van me denken want die zie ik normaal toch niet meer, en mensen die me wel kennen gaan alle begrip hebben. Dus.
Maar goed, om verder te vertellen: deze week ben ik van maandag tot vrijdag telkens maar één keer op een dag echt heel draaierig geworden, wat met een dutje kon verholpen worden, dus dacht ik: ik vraag dit weekend aan Manlief om even een kort wandelingetje te doen. Wat de zaterdag niet lukte, want ik had toch weer bijna de hele dag door last. Maar de zondag was het weer zoals eerder die week!
We zijn na mijn tukske in de straat hier om de hoek gaan wandelen, waar ze tijdens de week nog met werken bezig zijn, maar waar het nu dus behoorlijk stil was. Een twintig minuutjes, denk ik. Stevig aan de arm van mijn man.
Het was koud en het heeft ook een stuk geregend, maar dat kon me niet schelen, het deed me echt goed, ik vond het zalig! (En hij vond het ook oké, hoor. Blij dat hij me daar blij mee maakte.)
Ik heb geen zin om tot volgend weekend te wachten om weer te kunnen wandelen met mijn man, dus ben ik nu aan het denken wie tijdens de week thuis is en een halfuurtje zou willen komen om mij aan de arm te nemen.
Eerst wou ik daar niemand mee lastig vallen, want ik wil eigenlijk niet dat ze speciaal naar hier komen voor zo’n korte tijd, en met het risico dat ik afzeg omdat ik net een momentje heb. Of dat het een wandeling zonder woorden wordt omdat ik oordoppen moet insteken tegen het lawaai van het verkeer…
Maar ik ben ook aan het leren dat je mensen de kans moet geven om je te mogen helpen, en zoals ik de kinderen altijd geleerd heb: nee heb je, ja kun je krijgen, gewoon durven vragen. (Jàjaa, ik weet het, kinderen leren van wat je doet, niet van wat je zegt.)
Dus zodra het een beetje een deftiger uur is om berichtjes te gaan verzenden, ga ik aan de slag.
Enne… nog een bedenking:
ik schreef hier onlangs dat ik zoals een boom de dingen wil leren ondergaan en vertrouwen in wat komt.
Mag ik dat even veranderen?
Doe mij dan toch maar zo’n Ent, zoals in Lord Of The Rings, weet je wel?
Die moeten ook de weersomstandigheden ondergaan, maar als ze willen of voelen dat het nodig is, kunnen die ook tot actie overgaan.