Ik wil een kraantje aan mijn ogen.
(En misschien kan ik het water dat eruit komt dan ergens in opvangen, is het nog milieubewust ook!)
Als iets mij pakt of als ik meeleef met iets of iemand of als ik verdriet heb of als ik boos ben of als ik wanhopig ben of als ik heel blij ben,…
Maar ook hoe langer hoe meer zomaar opeens, op de gekste momenten. Dan overvalt iets me, een gevoel, een gedachte, en moet het eruit.
Dus ik wil een kraantje, zodat ik zelf kan bepalen wanneer het eruit komt.
Op passende, niet gênante momenten.
Al twee mensen zeiden onlangs dat ik als een ui ben die laagje per laagje gepeld wordt, hoe dieper ik in mezelf graaf en hoe meer ik aan mezelf werk en hoe meer ik meemaak, hoe meer laagjes verwijderd raken.
Wel een héél dikke ui dan. De te verwerken laagjes blijven maar komen.
Ah, maar nu weet ik ineens waar al dat geblèt vandaan komt!
Da’s van al dat uiensap!
(Zou het helpen als ik een duikbril opzet?)