Toen ik vorige week op T-shirtjacht ging, wist ik exact welke tinten roze, rood, geel en blauw ik zocht. Maar dat bood de mode van dit seizoen niet aan, dus zocht ik op andere dingen die me aantrokken. Bloemen, en voor het eerst in twintig jaar, denk ik: tekst.
Bij het passen dacht ik aan de tijd dat we nog baby’s hadden, en waar ik al snel leerde dat maatje zes maanden evengoed drie maanden kon betekenen als negen maanden. Kunnen ze daar geen standaard voor gebruiken?
Als volwassene had ik dat nog niet voorgehad: ik had deze keer allerlei maten mee, ook een S (de groene) én een XL (de zwarte).


Ik zeg altijd dat maten niets zeggen: dun of niet zo dun, wat maakt het uit, ’t is de binnenkant die telt, maar maten zeggen dus ook letterlijk niets.
Thuisgekomen gebruikte ik de gouden raad van tante Ka… a nee, van mijn mama. Zij leerde me ooit nieuwe kleren enkele uren te laten weken in een emmertje met koud water tegen het krimpen en wat azijn tegen het verkleuren.
(“Oei, het water heeft dezelfde kleur gekregen als mijn nieuwe broek, mama, wat nu?” “Awel dan mag je blij zijn dat je het eerst liet weken, anders hadden de andere kleren bij die was dezelfde tint blauw. Water weggieten en opnieuw laten weken tot het niet meer verkleurt.”)
Ik geef het maar even mee.
(En terwijl ik toch met wastips bezig ben: van mijn schoonmoeder leerde ik dat je de meeste vlekken makkelijk wegkrijgt als je er zo snel mogelijk vloeibare D’Or met zwarte zeep op doet en even laat intrekken. Werkt supergoed.)
Zo, en nu ga ik geregeld in de spiegel kijken om mezelf helemaal te brainwashen met teksten zoals Do what makes you feel happy!