Ik heb beslist dat ik niet naar de rouwmaaltijd ga. Hoe raar of erg dat ook mag klinken, ik ga het mezelf echt niet aan doen om enkele uren in het geroezemoes van honderd man te zitten, daar zijn geen oordoppen tegen opgewassen.
Het gaat me steeds beter af om zonder schuldgevoel mijn eigen welzijn voorop te plaatsen. (Is lang niet goed zijn toch nog ergens goed voor.)
Ik twijfel nog over de begrafenis.
Ik wil geen spijt hebben dat ik geweest ben.
Ik besefte deze week, net zoals bij die vorige lange Menière-periode vier jaar geleden, dat mijn genezing er één is van twee stappen vooruit, één achteruit. (Blijft vooruit, alleen trager dan ik zou willen.)
Ik heb voor het eerst, en wel twee dagen na elkaar, de hele dag geen draaierigheid, duizeligheid of andere evenwichtsstoornissen gehad!
Gevolgd door een pyjama-weekend waarin ik weer enorm veel last had van oren, misselijkheid en knallende hoofdpijn, de zaterdag overleefd op enkele beschuiten, het weekend ging voorbij met rusten, slapen en in de zetel voor de TV hangen.
Vandaag weer stukken beter.
Dus ben ik bang voor terug vijf stappen achteruit als ik me te vroeg onderdompel in allerlei geluid en andere prikkels.
Maar ik wil ook geen spijt hebben dat ik niet geweest ben.
Samen afscheid nemen voelt heel anders dan in je eentje. Samen rouwen voelt heel anders. Je steunt elkaar door je verdriet te delen. Gedeelde smart is halve smart, zeggen ze toch?
Ik denk dat ik het best gewoon afwacht, en afhankelijk van hoe ik me voel last minute beslis…
Duimen voor weer zo’n dag zoals ik er al twee mocht beleven…
En anders neem ik hier thuis wel afscheid.
Als hij als ziel toekijkt zal hij het wel begrijpen…