De zon, of ze zich nu wegsteekt achter de wolken, of ons heel duidelijk zichtbaar stralend toelacht: ze is er voor ons.
Een kwartier met blote armen en benen in de zon zorgt al voor een dagelijkse portie vitamine D, nodig voor onder andere sterke botten en een goeie weerstand.
(In de koude, donkere maanden wordt dan aangeraden een goed supplement te nemen, want je vindt het ook wel in vette vis en eidooier, maar veel te weinig…)
De zon kan er ook voor zorgen dat je beter slaapt: hoe duidelijker je lichaam het verschil opmerkt tussen dag en avond, hoe makkelijker het melatonine kan aanmaken, ons slaaphormoon.
(Vandaar dat ook afgeraden wordt vlak voor bedtijd nog veel op schermen te kijken wegens het onnatuurlijke licht. Daar raakt ons systeem een beetje van in de war.)
Veel mensen worden blijer als de zon schijnt, ze helpt namelijk ook bij het aanmaken van bepaalde neurotransmitters zoals serotonine en endorfine, happy-stofjes. Instant beter humeur!
Het zou zelfs goed zijn voor je hersens, je concentratie, je denkvermogen!
En als laatste wou ik het nog hebben over het licht zelf. Veel mensen hebben baat bij lichttherapie tijdens de donkere maanden, men krijgt dan meer energie door een kwartier – een halfuur voor zo’n lichttherapielamp te zitten.
Als je de hele dag binnen zit is dat welgekomen natuurlijk.
Wist je dat je minstens evenveel licht binnenkrijgt als je buitenkomt op zelfs een grijze dag, als wanneer je binnen blijft en een gewoon licht aansteekt?
Daarom raad ik graag aan elke dag wat zon mee te pikken, als dat kan, of ze zichzelf nu kan tonen of niet.
Maak een wandeling, eet je lunch buiten als het al wat warmer wordt, of neem een korte theepauze in het zonnetje.
Zalig, toch?