Wat een chance… Feestje!

’t Is weer een redelijk lange, hoor, maar ik ben dan ook zó blij!

Eerst even een korte recap voor de nieuwe lezers:

Vorig jaar kreeg ik op de dag dat we naar een trouwfeest mochten een Menière-aanval waardoor Manlief last minute alleen mocht vertrekken. Sindsdien heb ik niet meer “ja” durven zeggen op feesten. (Ja, “wat als”-en, moeilijk los te laten soms.)

En in januari dit jaar, na de familie-nieuwjaarswandeling (buiten, rustig, geen probleem), werd ik nog even binnengevraagd, maar na enkele minuten moest ik weer vertrekken: ik voelde me echt fysiek aangevallen door lawaai. Alsof duizenden critters op mij sprongen en me heen en weer schudden en daverden en probeerden binnen te dringen in mijn hoofd en lichaam. En de gevolgen de week daarna dan!

Dus toen we wat later nog eens uitgenodigd werden voor een feest, had ik daar mijn bedenkingen bij.

En toen hoorde ik dat ze speciaal een feestzaal dichtbij gekozen hadden, zodat ik makkelijk en vlug naar huis kon gebracht worden, mocht dat nodig zijn.
“En doe gerust je oordoppen in, en zet zelfs je koptelefoon maar op.”
Ze geven niet vaak feesten, en dit was belangrijk voor hen, al was het maar dat ik alleen maar bleef voor de soep…

Ik heb ja gezegd, ook al keek ik er heel erg tegenop.

Ik zag de hele tijd voor me dat het droog weer zou zijn die dag, zodat ik geregeld even de stilte zou kunnen opzoeken buiten.

Vorige week woensdag gebeurde er dan iets raars: ik hoorde én voelde een ferme klàk in mijn oren. Pijnlijk! Maar verder veranderde er niets en die pijn was snel weer voorbij, dus…

De volgende ochtend dacht ik: tiens, ik heb vannacht geen last gehad van het gesnurk van Manlief!

(O ja, misschien moet ik er dat ook nog eens bij zeggen voor de nieuwe volgers: evenwicht is al een hele tijd weer helemaal in orde, ook geen andere Menière-narigheden meer, enkel nog hyperacusis (overgevoeligheid voor geluiden) (nu ja, en ook slecht gehoor en luide tinnitus, maar daar kan ik mee leven, ’t is vooral voor anderen ambetant: “wablief?” 😅).)

De dag daarna viel me op dat ik niet de nood voelde de koptelefoon op te zetten toen de vaatwas en de oven aanlagen.

Nog een dag later leek het verkeer minder luid.

En de volgende dag was het feest. Ik stond op en zag voor me dat het leuk zou worden en dat het goed zou gaan. Dat bleef ik de hele voormiddag verschillende keren herhalen. Tot ik er zelfs zin begon in te krijgen. Op het laatste moment sprong ik zelfs in een jurk en hoge hakken! Dàt was al lang geleden!

Toen ik daar aankwam was het luid. Oorverdovend luid. Maar dat was het dan ook. Alleen maar luid. Geen critters die me probeerden te overmeesteren. Niets wat oordoppen niet konden verhelpen.

Soep. Even naar buiten. (’t Was droog!!)
Voorgerecht. Even naar buiten.
Hoofdgerecht. Even naar buiten.
Dessert. Even naar buiten.

Wàw, wat was ik blij! Met elke gang die ik mee mocht doen, voelde ik verwondering en ook wel een beetje trots.

Oké, ik was een saaie tafelgenoot, als je zo niets van de gesprekken kunt horen, maar tussenin ging er altijd wel iemand mee naar buiten voor een babbeltje.

Ik had me zowaar geamuseerd! (Én mensen blij gemaakt dat ik er bij was.)

En de week daarna?

Tja, ik val al de hele week ’s middags als een blok in slaap, maar da’s dan ook alles, “gewoon” moe zijn. Komt ook wel weer goed.

Blij mee!

(Eigenlijk wel grappig waar je allemaal blij mee/dankbaar voor bent als je eerst andere dingen meegemaakt hebt.)

Ik heb er van genoten.

(Al moet ik toegeven dat mijn favoriete manier van afspreken toch natuurwandelingen blijft… 🌳🌺🐦‍⬛🌞😁💝)